Impregneren is een techniek waarmee de levensduur van hout aanzienlijk wordt verlengd. Het proces geeft het hout beschermende eigenschappen, zoals waterafstotendheid, brandvertragendheid, en weerstand tegen schimmels, insecten, mossen en algen. Hierdoor kan geïmpregneerd hout tot wel vijf keer langer meegaan.

Technieken voor impregneren

Dompelen
Bij de dompeltechniek wordt het hout ondergedompeld in een bad met impregneermiddel. Het hout blijft enige tijd in het bad liggen, zodat het zoveel mogelijk van het middel opneemt. Het opnamevermogen van het hout hangt echter sterk af van het vochtgehalte: nat hout neemt minder impregneermiddel op dan droog hout. Hierdoor is de dompeltechniek minder effectief en betrouwbaar dan drukimpregneren.

Drukimpregneren
Bij De Edese Zagerij gebruiken we de drukimpregneertechniek, die een aanzienlijk beter resultaat geeft dan dompelen. Het proces verloopt als volgt:

1. Het hout wordt in een speciale ketel geplaatst.
2. De ketel wordt vacuüm getrokken om lucht uit het hout te verwijderen.
3. Zodra de ketel drukloos is, wordt deze gevuld met impregneermiddel.
4. De druk in de ketel wordt verhoogd tot 9,5 bar, waardoor het impregneermiddel diep in het hout wordt geperst.
5. Het proces wordt herhaald totdat de druk niet meer zakt, wat aangeeft dat het hout volledig is behandeld.

Hoewel drukimpregneren zorgt voor een optimale verduurzaming, dringt het impregneermiddel slechts enkele millimeters door in het hout. Dit vormt echter voldoende bescherming tegen vocht en schimmel. Onder druk geïmpregneerd hout heeft geen verdere nabehandeling nodig.

Het impregneren van hout is tegenwoordig veel milieuvriendelijker dan 20 jaar geleden. Toch mag geïmpregneerd hout niet bij het groenafval worden weggegooid of worden verbrand. Zorg ervoor dat je dit hout op de juiste manier verwerkt of afvoert.